Zonder routine geen innovatie

Door Jeroen den Uyl 5 oktober 2021

Wij, die maatschappelijke impact willen maken, de wereld beter willen maken, wij hebben moeite met de routine, het beheer en reguliere gang van zaken. Als alles goed georganiseerd is, de werkprocessen goed zijn ingericht, dan wordt er geleverd. Operational excellence, of een tandje minder. Maar innovatie vind je er niet.

Wij, die zoveel ambitie hebben, wij voelen ons vermoeid. Hebben geen geduld, willen mensen meenemen die denken en handelen vanuit routine.

Dat overkwam mij. Als nieuwe ideëen niet landen, de bestaande organisatie steeds doorgaat op routine, hoe kan je dan je idee in uitvoering brengen? 

Mijn worsteling
Ik deel je graag mijn eigen ervaring. In verschillende werkkringen heb ik altijd affiniteit gehad met de innovatie. In de politiek koos ik voor andere strategiën, in de overheid introduceerde ik nieuwe sturingsmodellen en later, als partner bij een groot adviesbureau, introduceerde ik een maatschappelijk impactvolle werkwijze waar ook goed mee verdiend werd. Maar hoe effectief was ik eigenlijk? Als ‘innovator’ had ik eigenlijk te weinig achting voor de routine van de organisatie waar ik werkte. Het oude consultancy verdienmodel van uurtje factuurtje, of in de ambtenarij, dat overal een nota over geschreven moet worden voor dat iets echt kan gebeuren.


Ik had weerzin tegen dat deel van de organisatie en dat zat me dwars, al zag ik dat niet. Ik plaatste me er mee op afstand, op een soort zelfgenoegzaam eiland van innovatoren. Een innovatie-elite die of witte wijn sipten of hippe baardjes hadden en de ontdekkers waren van speciaal biertjes als Manneliefde ofzo. Wat ik als innovator deed, was niet effectief; ik benutte de routine niet, ik keek er op neer.
Natuurlijk gebeurt dat ook andersom. De routine-matige mensen in de organisatie vinden die innovatoren maar lastig en beschouwen op hun beurt hen als quantité negligeable.
Als je niets doet, is dat de status quo. Als twee schepen die elkaar passeren midden in de nacht. Een synergie van nul komma nul.

Het ego van de innovator
Blijkbaar had ik het nodig. Ik had het nodig me af te zetten tegen de rountine-matige onderdelen en werkwijzes. Het zorgde ervoor dat ik me beter voelde, verheven wellicht. Mijn ego vraagt erkenning en die kreeg ik niet van de routine matige collega’s maar wel van mijn eigen beeld over hen.
In de zijnsoriëntatie kan je zeggen dat je op deze manier afhaakt. Je zet jezelf op afstand, veilig in je kokon. Dat gecombineerd met groepsdynamica waarin innovatoren onderling elkaar bevestigen in de beelden die ze over de ander hebben.

Het verband tussen routine en innovatie.
Dat brengt me bij het inzicht dat een origineel, innovatief idee, pas goed kan gedijen als je verbinden blijft met ‘de ander’. Dat je present blijft in contact, ook al doet die ander iets (routinematige werken in dit geval) dat jou niets lijkt te brengen. Door in verbinding te blijven, kan er iets ontstaan dat zowel de positie van de innovator als die van de routinematige collega’s versterken kan. 

Als de routine aangeboord kan worden, heb je een enorme kracht te pakken, een innovatie wordt onderdeel van kerntaak van een organisatie. Innovatie wordt dan een nieuwe routine. Dan is de cirkel weer rond.

Laat alle innovatoren de routine in de organisatie als krachtbron benutten.

Maatschappij en Leiderschap | copyright 2020 | Annuleringsvoorwaarden | Privacybeleid