Liefde – present of bekneld?
Door Jeroen den Uyl 28 maart 2022
In mijn vorige blog deelde ik iets over boosheid. Boosheid kan je geselen. Het versterkt je ego. Of boosheid kan, als je die niet botviert en jou laat leiden, je kracht geven. Dan is emotie een ingang voor transformatie tot een krachtig persoon die niet van de leg raakt als het ego wordt geraakt.
Naar aanleiding daarvan kreeg ik een paar leuke reacties. Mijn oud-collega Hans N. vroeg mij of deze effecten ook werken bij positieve gevoelens zoals liefde. Kan er, als liefde wordt gevoeld, ook sprake zijn van een soortgelijk effect dat het je geselt en je ego er groter en sterker van wordt? En als dat zo is kan je de liefde dan ook als emotie gebruiken om te transformeren?
Ik moest er even over nadenken, want liefde is in wezen een gewenst gevoeld en niet zozeer een emotie. Hoe kan je nou tegen liefde zijn? Nee toch?
Een prikkelende vraag, maar in wezen gaat het er helemaal niet om dat je tegen boosheid of tegen liefde bent. In het Boeddhisme gaat het er niet om wat een emotie of gevoel is. Het gaat er om te werken met wat er is. Als liefde zich aandient, dan is dát een ingang voor zelfreflectie. Wat is de liefde die ik voel? Waarom raak ik getriggerd door dit positieve gevoel. Hoe laaf ik me eraan? Blijf ik zelf nog wel staan?
Afhaken of aanhaken
In wezen kan je zeggen dat bij ongetransformeerde boosheid je afhaakt van waar je boos op bent, meestal ben je boos op een ander. Bij liefde is dat andersom het geval. Als liefde je aanraakt en je ego zwelgt daarin, dan ga je niet afhaken maar aanhaken. Dan is de liefde een ‘excuus’ om in de ander te verdwijnen. De liefde wordt een beknellende ervaring voor de ander en in wezen ook voor jezelf. Dan vervormt de liefde in een egocentrisch troostende situatie. De liefde als schaars goed dat jij nodig hebt om te blijven staan.
In relaties zien we het zelfde gebeuren, afhakend gedrag wordt gevoed door bindingsangst. En bij aanhakend gedrag is verlatingsangst de bron. Hannah Cuppen schrijft hierover in haar bestseller Liefdesbang.
Verstikkende liefde
Adam Kahane beschrijft dit in zijn prachtige boek, Power and Love for sociale change. Macht en liefde zijn in hun vervorming beknellende gedragingen.
Kahane beschrijft de verstikkende liefde van de moeder voor haar kind, overbezorgd en aandacht toe-eigenend. Het kind kan geen kant meer op en wordt door de liefde verstikt. De moeder haalt als het ware zelfwaarde voor zich zelf op bij het kind.
Presente liefde
Hoe ziet de liefde er in getransformeerde hoedanigheid uit? Hoe kan liefde vrij zijn van beknelling en aanhaken?
Natuurlijk wil je de vervorming van liefde tackelen; je wilt niet wilt aanhaken in de relatie met de ander en verdwijnen in de ander. Als je de ander echt kan zien, hem/haar zien als iemand die op zijn/haar eigen benen staat, dan leg je je aandacht niet geheel bij de ander, maar verdeel je die over de ander en over jezelf. Jijzelf, met je eigen gewicht op aarde, de gronding die je in jezelf ervaart. In dat evenwicht kan je de ander zien. Dan neem je opener waar, zie je de ander in de context van de ruimte, het moment. Je neemt zo scherp waar dat je over al liefde in kan zien, de lach, de zinnen die gesproken worden, een rimpeling op het voorhoofd, een geste. Alles wat je waarneemt is deel van een groter deel van verbinding, van twee zelfstandige liefdevolle wezens.
Je bent present in de ruimte. Je bent in contact met de ander en met jezelf.
Wat een mooi idee, liefde als bron voor presentie.