Kan je samen dromen?

Door Jeroen den Uyl 26 juni 2021

Alleen ga je snel, samen kom je verder. Dat weet jij wel, toch? Maar hoe dan? Hoe doe je iets écht samen?

Om die vraag te beantwoorden is het handig te kijken naar hoe het is als je juist iets níet echt samen doet. Dan ruil je uit, dan optimaliseer je vanuit beider gezichtspunten. Dat is niet wat ik bedoel met echt samen doen.
Als je echt iets samen doet, dan gebeurt er iets vreemds. Laat me je daar in meenemen. Echt samen doen en ook echt samenwerken vergt dat je twee dingen tegelijk moet durven te doen. Hier kwam ik achter nadat ik jaren lang te vaak en te hard in mijn eentje mijn eigen droom najaagde.

Durf naïef te zijn
Het eerste is dat je ongegeneerd jouw droom durft te delen. Dat kan nogal naakt aanvoelen, want een droom is makkelijk kapot te maken; een cynische reactie ‘ach wat naïef’ en ’dat is toch al eens geprobeerd?’. Het is een kwetsbaar moment, een droom is als een pasgeboren kind. Het ontspruit uit jouw hoofd, jouw hart en misschien uit je hele energetische systeem; van waaruit jij je verlangen vertaalde in een droom.

Dit is een noodzakelijk stap. Zonder jouw overgave aan je eigen naïeve droom gebeurt er niets. Dus is er alle reden voor om je vrij te maken van je interne criticus en andere angsten om afgekeurd te worden, zodat je jouw naïeve droom zichtbaar kan maken. En Ach wat kan je gebeuren als je droomt? Hoe vrij ben je wel niet als je jouw gedachten en ideeën deelt!
Als je dat durft, dan neemt je verantwoordelijkheid. Voor je zelf, voor je droom, en in zekere zin ook voor de wereld waarin jouw droom werkelijkheid mag worden. Je geeft de wereld jouw droom.

Durf te delen
Het tweede wat het van je vergt is dat nadat je de droom met anderen gedeeld hebt, je de droom meteen weer loslaat. Niet omdat ie waardeloos zou zijn, maar om je vrij te maken zodat met anderen een nieuwe droom kan maken. En dat is geen sinecure. Ik spreek uit eigen ervaring.

Ik heb ‘last’ van veel dromen. Ik heb sterke ideeën en overtuigingen, ik heb ook veel inspiratie. Daardoor was het loslaten van mijn droom best een stap. Mijn ego protesteerde, want wie ben ik nou nog als ik mijn idee, mijn droom, ‘zomaar’ inlever? Dit ego-protest zorgde ervoor dat ik veel alleen deed, dat ik in mijn eentje hard ging werken om mijn droom te realiseren.

Dat ging misschien wel snel, maar ik kwam vaak niet ver.
Met de jaren leerde ik mijn dromen los te laten. Dat bleek nodig te zijn, moegestreden gaf ik het alleen werken aan mijn dromen op. Dat was de noodzakelijke voorwaarde. Ik kon dit pas na een zware medische ingreep. Du moment dat ik niet meer zelf de kracht had en wel moest aansluiten op de anderen, ging het weer vloeiend. Ik kon makkelijker aansluiten bij anderen en mijn dromen kregen in samenspel met hen ook de ruimte.

Naarmate je afstand tot je droom hebt, kan je aanhaken op de droom van een ander. Dan ben je ook aantrekkelijker voor anderen om hun droom mee te delen. Je bent niet aan het najagen, aan het uitruilen of optimaliseren. Nee, je staat open voor de droom van de ander, terwijl jij zeker bent waar jij van droomt. En in die ruimte, de ruimte van twee mensen (het mogen er ook meer zijn trouwens), worden dromen gedeeld. Een gedeelde droom creëert een nieuwe gezamenlijke droom. In die droom is van beiden. Het is onmogelijk te traceren welke onderdelen van wie zijn. Twee mensen geven zich over een gedeelde droom.

Dit heet in platte termen cocreatie. Het vindt overal plaats tussen mensen die hun dromen durven delen. Als je ver wil komen, dan durf je naïef te zijn en deel je jouw droom.

In de trainingen van het Centrum voor Maatschappij en Leiderschap is dit een belangrijk element. Durf je naïef te dromen en durf je je droom te delen?

Maatschappij en Leiderschap | copyright 2020 | Annuleringsvoorwaarden | Privacybeleid